In de Nederlandse taal komen we veel verkleinwoorden tegen. Die worden niet alleen gebruikt voor kleine dingen, maar ook voor de gezelligheid (een etentje), ter geruststelling (een ogenblikje), uit waardering (schatje) of juist uit minachting. Zo had koningin Beatrix het maandag over een 'toneelstukje' toen ze hoorde dat ze de ministers nogmaals moest beëdigen. Zij vond het na één keer blijkbaar welletjes. Nederlanders begrijpen de verschillende nuances meestal wel, maar voor buitenlanders kunnen ze een tikkeltje lastig zijn.

Verkleinwoorden zijn het-woorden

Buitenlanders verkleinen woorden wel eens om het probleem van het woordgeslacht (de of het) te omzeilen. Dit kan echter nét het verkeerde effect hebben. Een klein huis of een kleine auto mag je niet zomaar een huisje of een autootje noemen. Dat zou de Nederlander als een belediging kunnen opvatten. Soms verandert een woord van betekenis als je het kleiner maakt: met een telefoontje hebben we het doorgaans niet over een kleine telefoon maar over een telefoongesprek, en een slippertje is niet altijd een kleine slipper.

Er zijn woorden die op twee manieren verkleind kunnen worden, soms met betekenisverschil, zoals bloempje (een kleine bloem) of bloemetje (een kleine bloem of een boeket). We verkleinen niet alleen zelfstandige naamwoorden, maar ook bijvoeglijke naamwoorden (een nieuwtje, een zoetje), bijwoorden (eventjes, een uitje), telwoorden (eentje, een tientje) en werkwoorden (een praatje, een dutje). Sommige woorden komen alleen in verkleinde vorm voor: een meisje, een sprookje, een beetje.

Ook in uitdrukkingen wemelt het van de verkleinwoorden: een appeltje voor de dorst, een fluitje van een cent, een koekje van eigen deeg, het topje van de ijsberg, de bloemetjes buiten zetten, iemand in het zonnetje zetten, een dubbeltje op zijn kant, enzovoort. Buitenlanders staan dan vaak met de mond vol tanden, ook als ze al een aardig woordje Nederlands spreken.

Nederlanders lijken geen problemen te hebben met het gebruik en de spelling van verkleinwoorden. Toch worden woorden als cafeetje, A4’tje, sms’je, cakeje, blocnoteje, gamepje, dinertje en souvenirtje vaak fout geschreven tijdens het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Deze woorden zijn hier overigens allemaal correct gespeld!

© Inge Bernards, 7 november 2012

Inge verzorgt onder meer de cursus Zakelijk en sociaal Nederlands voor tolken en vertalers (42PE). En voor de puntjes op de i de cursus Vlekkeloos Nederlands (12PE). Deze cursussen worden zeer goed gewaardeerd door de deelnemers: 'Jammer dat we de trainingen niet eerder hebben gehad!'